Een theehuis erf je nooit alleen

Het stuk is geschreven voor 4 heren en 6 dames  of 3 heren en 7 dames –  avondvullend – 3 bedrijven

Korte Inhoud:

Wanneer Patty, Doreen en Jan-Joost vernemen dat ze het theehuis van tante Libelle kunnen erven zijn ze er als de kippen bij. Maar met concurrentie was niet gerekend. Margreet, die de erfenis in goede banen moet leiden, gooit met haar eisen nog meer olie op het vuur waardoor het stel al snel in twee kampen wordt verdeeld. De excentrieke natuurliefhebber Frederik kiest geen partij, maar Justine en Lidewij, twee hautaine leden van een sociëteit, worden wel in de strijd betrokken. Klusjesman Marinus laveert met een hap en een grap tussen alle partijen door maar medewerkster Thea probeert met haar ervaring nog wat bij te sturen. Hulp van haar man (en kok van het theehuis) Leo hoeft ze hierbij niet te verwachten.

Bezetting:

Margreet Oostveen – Vriendin Libelle

Doortastend.  Streng waar nodig, maar zacht en motiverend waar kan.

 Thea de Graaf – Serveerster en huishoudster

Niet op haar mondje gevallen.  Spil van het theehuis

Leo de Graaf – Kok

Liever lui dan moe

Marinus Verdongen – Manusje van alles

Aardige relaxte man, gek op taart en gebak

Patty Engels – Erfgename – Nichtje van Libelle

Asociaal type met goede inborst, al wil ze daar zelf (eerst nog) niet aan

Doreen Engels – Erfgename – Nichtje van Libelle

Erg onzekere, en daardoor nerveuze vrouw. Echt een ‘doos’, maar niet dom.

 

Jan-Joost Waanders – Erfgenaam

Jongeman met (te) veel zelfvertrouwen. Arrogante zoon van een makelaar

 

Frederik van Klaveren* – Natuurliefhebber

*Deze rol  kan ook prima door een vrouw worden gespeeld . Ze zou dan Frederica kunnen heten.

Aardige man (of vrouw), Snel overenthousiast over de natuur. Draaft dan door.

 

Justine Diependaele – Lid van Sociëteit

Kouwe kak. Getrouwd met steenrijke man. Actiever dan Lidewij.

 

Lidewij Den Hertog – Lid van Sociëteit
Kouwe kak. Getrouwd met rijke man. Hooghartiger dan Justine.

Decor:

Het stuk speelt zich af in het eetgedeelte van een theehuis.

Er staan minstens twee tafel(tje)s met stoelen. Verder geheel naar eigen inzicht aankleden.

Links bevinden zich bij voorkeur twee deuren, maar één deur kan ook.

Bij twee deuren gaat er één naar het B&B, de andere naar de keuken.

Bij één deur is deze voor allebei.

Rechts bevindt zich een deur die dient als in- en uitgang en naar de toiletten.

In de achterwand bevindt zich een grote opening. Die wordt gebruik als doorgeefvenster vanuit de keuken. In feite is het gewoon een raam zonder glas met aan de onderkant een plank waar spullen op kunnen worden gezet. Iemand die achter het venster staat, staat dus in de keuken. Dit doorgeefvenster zal in de tekst steeds ‘venster ‘worden genoemd